Over Nico | About Nico

Handicap

Nico in de kinderwagenNico werd geboren op 13-07-1981 in een ziekenhuis in Gouda. Al direct bij zijn geboorte werd vastgesteld dat ‘er iets mis was’. Na een paar maanden onderzoek werd er vastgesteld dat Nico een spierziekte had, maar verdere details konden niet gevonden worden. Aangezien er bijzonder weinig mensen met deze spierziekte zijn, is het een ‘onbekende’ spierziekte, dat wil zeggen dat het geen naam heeft. Door deze spierziekte is Nico bijzonder dun: hij weegt slechts 40 kilogram bij een lengte van 1,77 meter. De globale kenmerken van zijn spierziekte is, dat Nico weinig kracht en weinig conditie heeft. Zware dingen optillen en trekken lukt niet, evenals lang achter elkaar lopen. Desondanks beschouwt Nico zijn spierziekte niet als negatief: hij beschouwt zijn spierziekte als een stukje van hemzelf, iets wat z’n persoonlijkheid in belangrijke mate gevormd heeft, niet alleen lichamelijk, maar zeker ook geestelijk.

Tafeltennis

Sportgek Nico in actieSportgek als Nico was, was hij al vanaf jongs af aan gefascineerd door sport. Zijn oudere broer deed aan voetbal en tennis. Voor Nico was dit te zwaar, maar dat is voor een vierjarige Nico moeilijk te begrijpen. Hij kan toch heel goed voetballen? Zijn ouders zoeken naar een alternatief: sport is niet alleen leuk, maar ook gezond! De sporten in zijn eerste jaren zijn paardrijden en zwemmen. Helaas is hij allergisch voor veel dingen, waaronder paardenhaar, maar het plezier maakt veel goed. Ook het zwemmen is niet helemaal de ideale oplossing: door veelvuldige oorproblemen zijn oordopjes vereist en ook dan nog komt er regelmatig water in z’n oren waardoor nieuwe buisjes (dus een nieuwe medische behandeling) noodzakelijk zijn. Ook wordt Nico lid van een schaakclubje in Bunnik, maar schaken is natuurlijk geen lichamelijke sport…
Op negenjarige leeftijd krijgt Nico een brief die zijn leven zal veranderen. Ene Cor Leenders schrijft hem aan en nodigt hem uit om eens een keertje te komen kijken bij het groepje jongeren met een handicap, dat elke donderdagmiddag rond half 5 drie kwartier een balletje slaat in Zeist. “Is dat niet een nogal duffe sport?”, denkt Nico na de brief. Z’n ouders sporen hem aan om toch maar eens een keertje te gaan. Eenmaal in het oude zaaltje in Zeist wordt Nico zo enthousiast voor het spelletje gemaakt door trainer Cor Leenders, dat vanaf dan tafeltennis niet meer is weg te denken uit het leven van Nico.

Selectie

selectieDoor de overgang van basisschool naar middelbare school wordt het te lastig om eerst van de middelbare school naar huis te gaan en dan weer om half 5 naar Zeist. Dus wordt Nico lid van tafeltennisvereniging Otio, een tafeltennisclubje in Bunnik. Nico komt voor het eerst in aanraking met jeugdige tafeltennissers zonder handicap. Na een paar keer aftasten hoort Nico er helemaal bij, zeker als zijn niveau snel omhoog gaat. Al gauw gaat Nico niet meer één keer per week naar Otio, maar twee keer. Een paar jaar later begint Nico aan z’n eerste echte wedstrijden in de competitie. Competitief als Nico is, vindt hij dit vele malen leuker dan gewoon een balletje slaan. Zijn handicap belet hem in snelheid en kracht, maar met name de tactische genen van papa Blok vormen een meer dan voldoende compensatie hiervoor.
Op z’n vijftiende, het is dan 1996, gaat Nico naar een trainingskamp voor tafeltennissers van negen tot achttien jaar, in Hengelo (in Gelderland). Nico is de enige met een handicap en valt op, niet alleen door z’n handicap maar veel meer door zijn instelling en motivatie. En bij een trainer ook door z’n spelniveau. Hij vraagt Nico of hij wel eens benaderd is door de NebasNsg, de sportbond voor mensen met een handicap. Nee dus. Er zal een brief gestuurd worden, meldt deze trainer. Maar helaas is een klein jaar later nog steeds geen brief ontvangen. Mama Blok belt dan maar zelf naar de NebasNsg… die heel enthousiast zijn! “Kom vooral eens kijken!” en in december 1997 wordt Nico uitgenodigd door Franz Twardy, de coach van de tafeltennisselectie van mensen met een handicap. Franz en Rob Bécude, assistent coach, zijn zo enthousiast dat in januari 1998 Nico officieel deel uitmaakt van de NebasNsg-tafeltennisselectie.

Het begin in 1998 tot en met de Paralympische Spelen 2000 in Sydney

SydneyIn 1998 speelt Nico zijn eerste International Paralympic Table Tennis Committee (IPTTC) toernooi in België. Daar wint hij geen een wedstrijd, maar het is een leerzame ervaring. Een paar maanden later maakt Nico z’n eerste vliegreis voor de sport, voor een toernooi in Slowakije. Hier speelt hij voor het eerst samen in de teamwedstrijden met Harold Kersten (vanaf dat moment zijn vaste teampartner) en wint hij ook z’n eerste wedstrijd.
Omdat veel trainen vereist is en bij Otio een vaste trainer ontbreekt en daardoor weinig gestructureerd getraind wordt, wordt Nico in 1998 ook lid van tafeltennisvereniging VTV in Nieuwegein. Daar traint Nico één keer per week onder begeleiding van een trainer. Mede hierdoor stijgt zijn niveau en mag hij in 1999 mee naar de EK in Slowakije. Nico is nog niet goed genoeg om met de (sub)top mee te kunnen, maar het is wederom een belangrijk leermoment. Harold is op dat moment een topspeler in klasse 6 en kwalificeert zich voor de Paralympische Spelen 2000 in Sydney, Australië. Omdat Harold hoog genoeg staat op de wereldranglijst, mag Harold van de IPTTC een teamspeler meenemen (die overigens ook mee mag doen met de singles). Zo krijgt Nico van het IPTTC een wildcard voor de Paralympische Spelen. Dan moet de coach nog de spelers en speelsters voordragen bij NOC*NSF (het Nederlandse Olympisch Comité). Dit gebeurt, het NOC*NSF gaat akkoord met de voordrachten en zo gaat Nico ‘zomaar’ naar de Paralympische Spelen in Sydney!
De Paralympische Spelen in Sydney zijn een geweldige ervaring. Ruim 100 sporters en een aantal coaches en technische staf vertegenwoordigen Nederland op dit prachtevenement. Van de tafeltennisselectie zijn naast Harold en Nico ook Truus Laemers en Jolanda Paardekam (klasse 3) uitgezonden, samen met coach Franz Twardy. De dames winnen hier in het team een bronzen medaille. Voor de rest winnen de tafeltennissers geen medailles, maar Nico neemt een schat van ervaring mee door het spelen van Paralympische wedstrijden. En ondanks de vroege uitschakeling zijn de Paralympische Spelen voor Nico een prachtige, onvergetelijke tijd. De trainingen in de Australische hoofdstad Canberra, de teamgeest in het Nederlands Paralympisch team, het Paralympisch Dorp, de opening, de Paralympische Vlam, de tafeltenniswedstrijden in de Paralympische tafeltenniszaal, het publiek, de sluiting, Sydney, het Holland House en alle supporters, oranje of niet oranje; het is allemaal heel erg mooi en niet te vergelijken met welk toernooi of sportevenement dan ook…

Na Sydney tot en met de WK 2002 in Taiwan

De Paralympische Spelen 2000 in Sydney vond Nico zo mooi en indrukwekkend, dat hij meteen bij terugkeer in Nederland zichzelf ten doel stelde om zich te plaatsen voor de Paralympische Spelen 2004 in Athene. Het was wel duidelijk dat het nodig was om hiervoor beter te worden. Veel beter. En dat betekende dus, veel meer trainen en veel meer spelen. Dat was moeilijk. Nico was net met zijn studie economie aan de Universiteit Utrecht begonnen. Hoe is dat te combineren? Eerst maar wat meer aan de studie doen, mede om de studiefinanciering voor de komende jaren veilig te stellen, en dus komt er op dat moment weinig van het ‘meer trainen’. De studie kost Nico een goede veertig uur in de week. Daarnaast tafeltennist Nico dinsdagavond, woensdagavond en donderdagavond en eens per twee weken een dag in het weekend. Desondanks gaat het tafeltennisniveau van Nico nog steeds omhoog, mede door de verandering van materiaal op z’n backhand (normaal aanvallend rubber sinds eind 1999 veranderd voor lange noppen). In 2001 bereikt Nico voor het eerst een groot succes: samen met Harold wint hij op het EK in Duitsland zilver in de teamwedstrijden. Cruciaal was de halve finale tegen Denemarken, waarin een fantastisch spelende Harold van kopman Brian Nielsen (die goud won op de Paralympische Spelen 1996) won. De Duitsers blijken in de finale in eigen land, zoals verwacht, te sterk.
Nico wint dus voor het eerst een medaille op een ‘groot’ toernooi (EK, WK en Paralympics), maar desondanks zijn de verwachtingen voor Nico om zich te kwalificeren voor de WK 2002 in Taiwan niet hoog. Op dat moment staat Nico rond de 25e plaats op de wereldranglijst, lager dan in 2000. Hoe dat kan? Simpel, andere spelers spelen één of twee toernooien meer per jaar en verdienen dus meer punten en staan daardoor hoger op de wereldranglijst. Alleen de beste twintig van de wereldranglijst hebben een kans op een uitnodiging of wildcard van het IPTTC. En zonder deelname aan de WK is kwalificatie voor de Paralympische Spelen 2004 ver weg… Nico moet dus nog een toernooi spelen en daar een medaille winnen om genoeg punten te verzamelen om in de top twintig te komen. En dat terwijl Nico in de singles nog nooit een medaille gewonnen heeft… Helaas is er op dat moment geen geld meer bij de NebasNsg voor uitzenden van tafeltennissers. Een paar weken van nadenken breekt aan: misschien toch stoppen en gewoon lekker studeren? Uiteindelijk besluit Nico om zelf de reis, het hotel en het toernooi te betalen (ongeveer 1400 gulden), op voorwaarde dat er iemand meegaat, maakt niet uit wie, om wat zware lichamelijke hand- en spandiensten te kunnen verrichten. Fysiotherapeute Ingrid Hegge wil wel samen met Nico op stap. Hartstikke leuk! Waar naartoe? Keus is er niet: alleen voor een toernooi op Sicilië kan nog ingeschreven worden. En zo vliegen Ingrid en Nico richting de ‘Trofeo del Mediteraneo’. Een chaos volgt: vluchten met vertraging, bussen voor vervoer die er nog niet blijken te zijn, met Italiaanse tijden (6 uur wordt 7 uur, 7 uur wordt 9 uur, enzovoorts), tegenstanders die er niet blijken te zijn, schema’s die geheel onwaarschijnlijk zijn, vertragingen in de schema’s, frustraties, aanpassingen in de schema’s en aanpassingen in de aanpassingen in de schema’s om het tijdsgebrek te behelpen. In de chaos die ‘singles’ heet, zit Nico in de poule met de Poolse topspeler Miroslaw Kowalski, nummer 1 geplaatst, maar zijn coach heeft hem aan het begin van de ochtend afgemeld wegens een blessure. Een gelukje met verstrekkende gevolgen. Nico wint zijn poule, wint daarna de halve finale en wint daarna de spannende finale van servicekanon Peter Molander uit Zweden. Door deze toernooioverwinning heeft Nico net genoeg punten om van het IPTTC een uitnodiging te krijgen voor de WK.
Dus in augustus 2002 is het dan zover: hetzelfde viertal van Sydney (Truus, Jolanda, Harold en Nico) vertrekt samen met de nieuwe assistent coach Johan Lieftink richting Taiwan. Hoofdcoach Lumen Dekker heeft een klaplong gekregen en moet dit mooie moment helaas missen. Wel gaan ook fysiotherapeute Ingrid en Gerda Kock van het bestuur van de afdeling tafeltennis bij de NebasNsg mee. De verwachtingen zijn niet al te hoog, maar de loting is gunstig en Nico speelt goed, wint onder andere van de Paralympisch kampioen van Sydney 2000, de Zweed Johnny Eriksson, en wordt eerste in zijn poule. Daardoor hoeft hij geen tussenronde te spelen en zit hij al meteen in de kwartfinale. Daarin moet Nico aantreden tegen Kowalski… die niet komt opdagen. De scheidsrechters vinden het na tien minuten wachten mooi geweest: walk-over en zo zit Nico in de halve finale.
In deze halve finale is de Zweed Simon Itkonen de tegenstander. Itkonen is een bijzonder agressieve tegenstander met een fantastische service, maar Nico is in topvorm en wint deze wedstrijd met 3-0 in games. In de andere halve finale wint Europees Kampioen Dieter Meyer uit Duitsland van z’n landgenoot, regerend Wereldkampioen en nummer 1 van de wereld, Daniel Arnold. In de finale speelt Nico wederom heel goed, maar Meyer is gewoon beter. Nico wint dus zilver op de WK in de singles, zijn beste en mooiste prestatie tot dusver.

Een paar dagen later wordt het teamtoernooi gespeeld. Harold en Nico moeten in de halve finale tegen Zweden, met wederom Itkonen en ook baltovenaar Mattias Karlsson, die met z’n lange noppen de vreemdst mogelijke ballen produceert. In een superspannende wedstrijd winnen Harold en Nico met 3-2 van Zweden en staan dus in de finale. Geheel volgens verwachting wint Duitsland, met in de gelederen Daniel Arnold, Rainer Schmidt en kersverse Wereldkampioen Dieter Meyer, met groot gemak van Polen. Ook Harold en Nico kunnen het de Duitsers niet moeilijk maken en zo wordt Duitsland ook in het team Wereldkampioen, maar winnen Harold en Nico zilver. Voor Nico betekent dit zijn tweede zilveren WK-medaille en zijn de WK dus een ongekend succes en een grote droom die werkelijkheid wordt. Daarnaast krijgt Nico door zijn WK-prestaties een nominatie voor de Paralympische Spelen 2004, een A-status van NOC*NSF en stijgt Nico naar de tiende plek van de wereldranglijst.